Wondere Wereld

Als kind keek ik altijd graag naar Chriet Titulaer. De baardige Limburger die in zijn 'huis van de toekomst' 30/40 jaar geleden voorspelde dat er ooit een beeldtelefoon zou worden uitgevonden. In diepe extase luisterden wij als kinderen naar zijn uitleg over zelfrijdende auto's, huizen waar het licht op commando aan- en uitgaan en zelf-denkende machines.


Soms zou ik nog wel eens het gevoel willen terughalen van die tijd. Tegenwoordig, in het bezit van een beeldtelefoon, zelfdenkend horloge en sparend voor een Tesla, is mijn wereld er een van logica en vanzelfsprekendheid. Weg magie. Weg verbeelding. Weg Wondere Wereld.

Gelukkig werk ik in de omgeving waar die wondere wereld nog wel bestaat: in het verbeeldend vermogen van jonge kinderen. Een blok hout op het schoolplein kan het ene moment een auto zijn en het volgende moment een robot. Verwonderlijk hoe dat ook van het ene op het andere moment kan omslaan en hoe kinderen die fantasieën met elkaar delen.

De magische, eerste momenten op de basisschool met de net-4-jarige. De onbevangen verwondering voor alles wat is.
Dan kom je als volwassene misschien nog het best in aanraking met de sprookjeswereld waarin alles kan en niets is wat het lijkt.

Neem Philip*, 4 jaar en net op school.
Hij heeft zijn eerste dagen er op zitten. Hij is onbevreesd en onbevangen. Neemt de wereld zoals hij is. Kijkt rond, probeert en exploreert. Hij oordeelt niet, geneert niet is niet verlegen. Hij weet waar zijn klas is, wie de juffen zijn en de meeste kinderen uit zijn klas kent hij bij naam. Nu observeert hij de rest van de school en maakt een concept van zijn omgeving zoals hij die ziet.

Ik sta in de gang, midden op de dag, als er een groep kleuters voorbij trippelt en huppelt. De groep is voorbij als de laatste kleuter in de rij stopt. Ik voel een handje kloppen op mijn knie. Het voelt zo’n beetje als het kloppen op een deur.

Ik kijk naar beneden en zie de blauwe ogen van Philip vragend omhoog kijken.
Ik zak in elkaar tot ik bijna op ooghoogte ben.
Hij vraagt: ‘ben jij de president?’

‘Bijna goed’, antwoord ik. ‘Directeur’, vind je dat ook oké?’
Philip knikt. Hij straalt.
‘Doei’, zegt hij. Hij rent naar buiten.
Op weg naar een nieuwe ontdekking.
Philip komt er wel. Heel even zag ik de wereld door zijn ogen.
Dan word ik gewekt uit mijn overpeinzing.
Mijn horloge piept en sommeert mij naar een volgende afspraak.
Chriet Titulaer had het fantastisch gevonden.

* Philip heet in het echt anders

Reacties

Populaire posts van deze blog

Passend Onderwijs - goed bedoeld - maar helaas...

Verbreden en verbinden in plaats van verengen; het concept ateliers als beleving in het onderwijs